Grote Geleerden en Wetenschappers en vitamine C
Nadat ik in mijn praktijk heel positieve ervaringen had met vit.C toegediend in hoge doseringen, ben ik mij in de literatuur over vit.C gaan verdiepen.
Hierbij bleek dat er zeer veel literatuur voorhanden was, die verrassende resultaten toonde, maar wat voor mij schokkend was, was dat er veel meer mogelijk is op geneeskundig gebied dan er mee gedaan wordt.
Temeer onthutsend omdat grote wetenschappers resultaten vermelden en met onderzoek aantoonden, dat vit.C goed toegepast, d.w.z. niet in te lage dosering toegediend zeer veel leed zou kunnen voorkomen.
Vijf namen van grote geleerden wil ik noemen dit zijn Albert Szent Györgiyi, Irwin Stone, Linus Pauling.
Fred R Klenner en prof. Claus W.Jungeblut
Szent Györgyi: (1893-1986) biochemicus en nobelprijswinnaar
Szent Gyórgyi is de ontdekker van vit.C, hij noemde het ascorbic acid (d.w.z. scheurbuik voorkomend). Hij gaf aan dat er met betrekking tot het toedienen van ascorbinezuur door de gevestigde medische orde een denkfout werd gemaakt, namelijk door te stellen:
Een gebrek aan ascorbinezuur veroorzaakt scheurbuik, dus als er geen sprake van scheurbuik is, is er geen ascorbinezuur gebrek. Een duidelijke zaak lijkt het, ware het niet dat scheurbuik niet het eerste symptoom is van ascorbinezuur gebrek, maar het allerlaatste dat optreed vlak voor het overlijden.
Er is een groot gebied tussen het stadium van scheurbuik en volledige gezondheid.
In dit gebied bevinden zich aandoeningen variërend van een licht verminderde weerstand met als gevolg recidiverende verkoudheden tot aan ernstige degeneratieve ziekten als artritis, hart en vaatziekten en kanker, om maar enige te noemen.
Een simpel voorbeeld, door een gebrek aan ascorbinezuur wordt je verkouden en ontwikkel je een longontsteking, de diagnose luidt dan longontsteking, terwijl het in werkelijkheid een gebrek aan ascorbinezuur is, hypoascorbemia (door Irwin Stone als eerste zodanig genoemd). Dit gebrek aan ascorbinezuur vermindert de weerstand, waardoor de longontsteking kan ontstaan.
Irwin Stone (1907-1984) was een biochemicus in Amerika.
In 1934 werkt hij als directeur van de enzym en fermentatie onderzoekslaboratoria van de Wallerstein Company aan de anti oxidanten eigenschappen van ascorbinezuur, dat twee jaar eerder beschreven was door dr. A. Szent-Györgyi. Stone ontwikkelde 26 patenten in de industriële chemie voornamelijk op het gebied van de wetenschap van fermentatie, farmaceutische technieken en voedsel conservatie. Door dit onderzoek raakte Stone geïnteresseerd in de ziekte scheurbuik. Eind jaren vijftig van de vorige eeuw formuleerde hij de hypothese dat scheurbuik niet door een stoornis in de voeding veroorzaakt wordt, maar dat het een potentieel fatale fout is in de genetische menselijke aanleg waardoor een essentieel onderdeel van zijn biochemie onderdrukt wordt, hetgeen door de voedingsdeskundige niet begrepen wordt. Hij stelde de naam hypoascorbemia voor, voor dit genetische defect. Hij stelde voor ascorbinezuur niet te beschouwen als een vitamine, dat in geringe hoeveelheden nodig is, maar als voedingsstof die in relatief grote hoeveelheden voor de mens nodig is.
Bekijken we het biochemisch dan is sprake van de volgende situatie:
Acorbinezuur wordt in zoogdieren aangemaakt in de lever uit glucose in vijf stappen.
Nadat ik in mijn praktijk heel positieve ervaringen had met vit.C toegediend in hoge doseringen, ben ik mij in de literatuur over vit.C gaan verdiepen.
Hierbij bleek dat er zeer veel literatuur voorhanden was, die verrassende resultaten toonde, maar wat voor mij schokkend was, was dat er veel meer mogelijk is op geneeskundig gebied dan er mee gedaan wordt.
Temeer onthutsend omdat grote wetenschappers resultaten vermelden en met onderzoek aantoonden, dat vit.C goed toegepast, d.w.z. niet in te lage dosering toegediend zeer veel leed zou kunnen voorkomen.
Vijf namen van grote geleerden wil ik noemen dit zijn Albert Szent Györgiyi, Irwin Stone, Linus Pauling.
Fred R Klenner en prof. Claus W.Jungeblut
Szent Györgyi: (1893-1986) biochemicus en nobelprijswinnaar
Szent Gyórgyi is de ontdekker van vit.C, hij noemde het ascorbic acid (d.w.z. scheurbuik voorkomend). Hij gaf aan dat er met betrekking tot het toedienen van ascorbinezuur door de gevestigde medische orde een denkfout werd gemaakt, namelijk door te stellen:
Een gebrek aan ascorbinezuur veroorzaakt scheurbuik, dus als er geen sprake van scheurbuik is, is er geen ascorbinezuur gebrek. Een duidelijke zaak lijkt het, ware het niet dat scheurbuik niet het eerste symptoom is van ascorbinezuur gebrek, maar het allerlaatste dat optreed vlak voor het overlijden.
Er is een groot gebied tussen het stadium van scheurbuik en volledige gezondheid.
In dit gebied bevinden zich aandoeningen variërend van een licht verminderde weerstand met als gevolg recidiverende verkoudheden tot aan ernstige degeneratieve ziekten als artritis, hart en vaatziekten en kanker, om maar enige te noemen.
Een simpel voorbeeld, door een gebrek aan ascorbinezuur wordt je verkouden en ontwikkel je een longontsteking, de diagnose luidt dan longontsteking, terwijl het in werkelijkheid een gebrek aan ascorbinezuur is, hypoascorbemia (door Irwin Stone als eerste zodanig genoemd). Dit gebrek aan ascorbinezuur vermindert de weerstand, waardoor de longontsteking kan ontstaan.
Irwin Stone (1907-1984) was een biochemicus in Amerika.
In 1934 werkt hij als directeur van de enzym en fermentatie onderzoekslaboratoria van de Wallerstein Company aan de anti oxidanten eigenschappen van ascorbinezuur, dat twee jaar eerder beschreven was door dr. A. Szent-Györgyi. Stone ontwikkelde 26 patenten in de industriële chemie voornamelijk op het gebied van de wetenschap van fermentatie, farmaceutische technieken en voedsel conservatie. Door dit onderzoek raakte Stone geïnteresseerd in de ziekte scheurbuik. Eind jaren vijftig van de vorige eeuw formuleerde hij de hypothese dat scheurbuik niet door een stoornis in de voeding veroorzaakt wordt, maar dat het een potentieel fatale fout is in de genetische menselijke aanleg waardoor een essentieel onderdeel van zijn biochemie onderdrukt wordt, hetgeen door de voedingsdeskundige niet begrepen wordt. Hij stelde de naam hypoascorbemia voor, voor dit genetische defect. Hij stelde voor ascorbinezuur niet te beschouwen als een vitamine, dat in geringe hoeveelheden nodig is, maar als voedingsstof die in relatief grote hoeveelheden voor de mens nodig is.
Bekijken we het biochemisch dan is sprake van de volgende situatie:
Acorbinezuur wordt in zoogdieren aangemaakt in de lever uit glucose in vijf stappen.
Iedere stap,
behalve de laatste wordt gecontroleerd door een specifiek enzym.
Bij de mens ontbreekt het enzym dat de vierde stop mogelijk moet maken.
Dit is het kritische enzym voor de mens, die omdat hij een defect gen draagt dit actieve enzym niet kan aanmaken. Dit gen muteerde miljoenen jaren gelden bij onze verre voorouders. Het is deze stap die geblokkeerd is bij de mens en die de oorzaak is dat de mens geen ascorbinezuur(vit.C) kan aanmaken vanuit glucose, in de lever. Dit is de klassieke toestand van een ziekte veroorzaakt door het missen van een enzym door een genetische oorzaak. Stone ondervond veel problemen om zijn ideeën gepubliceerd te krijgen. Echter na het ingaan van zijn pensioen in 1971 werkte hij full time aan ascorbaat. Hij verrichtte enorm veel literatuur onderzoek, het boek The Healing Factor doet hier verslag van. Irwin Stone bracht ascorbinezuur onder de aandacht van Linus Pauling die wordt beschouwd als een van de grondleggers van de orthomoleculaire geneeskunde.
Linus Pauling (1901-1994) een eminent geleerde, die tweemaal de nobel
prijs won in 1954 voor scheikunde en in 1962 voor de vrede.
In 1925 studeerde Pauling summa cum laude af in de chemie aan het California Institute of Technology, waaraan hij in 1931 hoogleraar werd. Van 1929 tot 1934 gaf hij les aan de Universiteit van Californië, Berkeley. In de periode hierna publiceert hij artikelen op het gebied van chemie, voeding en gezondheid.
Pauling was een persoonlijke vriend van Albert Einstein, wat Einstein betekende voor de moderne natuurkunde betekende Pauling voor de scheikunde.
Pauling gebruikte als eerste de term orthomoleculair, hij deed dit in een artikel in 1968 over Orthomolecular Psychiatry in het tijdschrift “Science”.
Ortho (Grieks voor juiste), dus het juiste molecuul. Later breide hij deze definitie uit tot: het behouden van een goede gezondheid en behandelen van ziekte door te zorgen voor een optimale concentratie van de stoffen die normalerwijze in het lichaam voorkomen. Hij benadrukte het begrip orthomoleculair in verband met “de juiste moleculen in de juiste concentraties.
Pauling was ervan overtuigd dat suppletie van vitaminen in een optimale dosering, gecombineerd met een gezond dieet het belangrijkste zijn voor een gezond en lang leven. Zelf was hij een lichtend voorbeeld van de juistheid van zijn ideeën, hij leefde gezond, gebruikte vele grammen vitamine C per dag en was geestelijk actief tot op zeer hoge leeftijd. In 1977 op 76 jarige leeftijd richtte hij nog het “Linus Pauling Institute for Science en Medicine” in Palo Alto (Californië) op.
Hij heeft zich zijn verdere leven geweid aan het uitdragen/ontwikkelen van de orthomoleculaire geneeskunde.
Dr Frederick Robert Klenner (1907-1984).: de man die voor het eerst patiënten behandelde met hele hoge doses (mega doses)
Dr Klenner inspireerde Linus Pauling en Irwin Stone tot verder onderzoek naar de heilzame effecten van vit.C. In zijn voorwoord voor Clinical Guide, schreef Linus Pauling: “de vroege manuscripten geschreven door dr. Fred R. Klenner geven veel informatie over het gebruik van hoge doses Vit.C ter behandeling en preventie van veel ziekten. Deze manuscripten zijn nog altijd belangrijk.”
Dr. Fred. R Klenner was de eerste Amerikaanse arts die met hoge doseringen (mega doses) vit.C werkte. Hij studeerde in 1936 af aan de Duke Universiteit en specialiseerde zich in ziekten van de thorax gedurende 3 jaar, waarna hij doorging met de algemene praktijk.
Hij nam zelf als eerste mega doses vit.C en gaf dit ook aan zijn patiënten waarmee hij uitstekende resultaten behaalde.
Abraham Hoffer schrijft: “in de vroege jaren 50 van de vorige eeuw begon Klenner met zijn werk met mega doses vit.C, hij gebruikte tot 100 gram per dag oraal of intraveneus. Bij patiënten zag hij de geweldige resultaten, wanneer toegediend in mega doses.
Polio patiënten bijvoorbeeld die vit.C kregen hadden geen restverschijnselen van hun polio. Een gecontroleerde studie bij 70 kinderen in Engeland, waarvan de helft vit.C kreeg en de andere helft niet, liet zien, dat geen van de met vit.C behandelde kinderen verlammingen ontwikkelden en bij de groep zonder vit.C 20%.
Deze studie werd niet gepubliceerd, omdat het Salk vaccin net was ontwikkeld en daarom was niemand geïnteresseerd in vitaminen. Dr. Klenner’s werk werd genegeerd!
Dr. Klenner was de eerste arts die benadrukte dat kleine hoeveelheden vit.C niet werken.
Hij stelde: “wanneer je resultaten wilt, gebruik dan hoge doses”. Hij zag prachtige genezingen bij virale en bacteriële infecties en schreef hierover 20 publicaties. Helaas, hij werd niet gehoord!
Ook schreef hij een groot artikel van 28 pagina’s over M.S, dat nooit gepubliceerd werd. Het werd postuum samengevat door Lendon Smith in the Clinical Guide to the Use of Vitamine C.
Artikelen van dr. Fred Klenner zelf:
Klenner, F. (1971) Significance Of High Daily Intake Of Ascorbic Acid In Preventive Medicine, Journal of the International Academy of Preventive Medicine, Spring 1974, Volume 1, Number 1, pp. 45-69 [1]
Klenner, Frederick Robert, MD F.C.C.P. Observations On the Dose and Administration of Ascorbic Acid When Employed Beyond the Range Of A Vitamin, Human Pathology Journal of Applied Nutrition Vol. 23, No's 3 & 4, Winter 1971. [2]
Fred R. Klenner, M.D. 1948 Virus Pneumonia and Its Treatment With Vitamin C [3]
Klenner, Frederick Robert, MD. The Treatment of Poliomyelitis and Other Virus Diseases with Vitamin C, 1949 paper [4]Fred R. Klenner, M.D. 1953 The Use of Vitamin C as an Antibiotic [5]
Dr. Claus W. Jungeblut.
Claus W. Jungeblut ontving zijn M.D. bij de Universiteit van Bern in 1921. Tussen 1921 en 1923 deed hij research op het Robert Koch Instituut in Berlijn. Van 1937 tot aan zijn pensionering in 1962 was hij gewoon hoogleraar aan de Columbia University. Hij was dus een gerenomeerd wetenschapper in zijn tijd.
Dr. Jungeblut deed de belangrijke ontdekking dat vit.C polio kan genezen en voorkomen.
Hij publiceerde dit idee voor het eerst in 1935 nadat hij de werking van vitamine C grondig had onderzocht. Hij toonde ook aan dat vit. C het difterie toxine neutraliseerde. In 1937 toonde Jungeblut aan dat vit.C het tetanus toxine onwerkzaam maakt.
John T.A.Ely, PhD schreef in die tijd: “In de jaren 30 deed de opmerkelijke Claus W. Jungeblut verslag van het feit dat vit.C in een concentratie die te verkrijgen is door een inname van hoge doses vit.C, bescherming biedt tegen vele virale infecties, pathogene bacterieëen en toxinen. Hiertoe behoren ook de polio, hepatitis en herpes virussen.
Jungeblut wordt zelden genoemd door de main stream medische geneeskunde. En wanneer zijn werk genoemd wordt, wordt er nooit gesproken over zijn onderzoeken over Vit.C.
Studies van dr. Claus W. Jungeblut over vit.C:
Jungeblut CW. Inactivation of poliomyelitis virus in vitro by crystalline vitamin C (ascorbic acid). J Exper Med, 1935. October; 62:517-521
Jungeblut CW. Vitamin C therapy and prophylaxis in experimental poliomyelitis. J Exp Med, 1937. 65: 127-146.
Jungeblut CW. Further observations on vitamin C therapy in experimental poliomyelitis. J Exper Med, 1937. 66: 459-477.
Jungeblut CW, Feiner RR. Vitamin C content of monkey tissues in experimental poliomyelitis. J Exper Med, 1937. 66: 479-491.
Jungeblut CW. A further contribution to vitamin C therapy in experimental poliomyelitis. J Exper Med, 1939. 70:315-332.
Voorbeelden van therapie mogelijkheden met mega dosis vit.C:
Verkoudheid en griep: de strategie is om bloed en weefsel concentratie van ascorbaat te verhogen, door het geven van regelmatige doses, zodanig dat het virus in de weefsels niet kan overleven. Irwin Stone was zijn eigen proefkonijn voor deze methode en hij was ziek nog verkouden gedurende bijna twee decaden, evenals vele van zijn familie leden, collega’s en bekenden die het zelfde regime volgden. Het komt er op neer 3-5 gram ascorbaat per dag te nemen. Mochten er zich toch verschijnselen van verkoudheid voordoen, begin dan direct met 1,5 tot 2 gram in een half glas water, evt. gezoet met vruchtensap, herhaal dit ieder half uur tot de verkoudheid verdwenen is, dit is meestal het geval na de derde dosis.
Hart en vaataandoeningen: Onderzoek van I. Stone toont aan dat toediening van megadosis vit.C te weten 3-5 gram per dag waarschijnlijk voldoende is om hart aanvallen en cerebro- vasculaire incidenten zeer sterk te verminderen.
Literatuur:
The healing factor Vitamine C against disease van Irwin Stone ISBN 0-399-50764-7
Schuitemaker Ortho Instituut.
Orthomolecular.org history
Orthomolecularmedicine hall of fame 2005
Wikipedira dr. A. Szent Györgiy
Wikepedia dr. Irwin Stone
Wikipedia dr. Frederick Robert Klenner
Ascorbate the science of Vitamin C van Steve Hickey Ph D and Hilary Roberts Ph D ISBN:1-4116-0724-4
Clinical Guide to the Use of Vitamin C The Clinical Experiences of Frederick R. Klenner, M.D., abbreviated, summarized and annotated by Lendon H. Smith, M.D.
Bij de mens ontbreekt het enzym dat de vierde stop mogelijk moet maken.
Dit is het kritische enzym voor de mens, die omdat hij een defect gen draagt dit actieve enzym niet kan aanmaken. Dit gen muteerde miljoenen jaren gelden bij onze verre voorouders. Het is deze stap die geblokkeerd is bij de mens en die de oorzaak is dat de mens geen ascorbinezuur(vit.C) kan aanmaken vanuit glucose, in de lever. Dit is de klassieke toestand van een ziekte veroorzaakt door het missen van een enzym door een genetische oorzaak. Stone ondervond veel problemen om zijn ideeën gepubliceerd te krijgen. Echter na het ingaan van zijn pensioen in 1971 werkte hij full time aan ascorbaat. Hij verrichtte enorm veel literatuur onderzoek, het boek The Healing Factor doet hier verslag van. Irwin Stone bracht ascorbinezuur onder de aandacht van Linus Pauling die wordt beschouwd als een van de grondleggers van de orthomoleculaire geneeskunde.
Linus Pauling (1901-1994) een eminent geleerde, die tweemaal de nobel
prijs won in 1954 voor scheikunde en in 1962 voor de vrede.
In 1925 studeerde Pauling summa cum laude af in de chemie aan het California Institute of Technology, waaraan hij in 1931 hoogleraar werd. Van 1929 tot 1934 gaf hij les aan de Universiteit van Californië, Berkeley. In de periode hierna publiceert hij artikelen op het gebied van chemie, voeding en gezondheid.
Pauling was een persoonlijke vriend van Albert Einstein, wat Einstein betekende voor de moderne natuurkunde betekende Pauling voor de scheikunde.
Pauling gebruikte als eerste de term orthomoleculair, hij deed dit in een artikel in 1968 over Orthomolecular Psychiatry in het tijdschrift “Science”.
Ortho (Grieks voor juiste), dus het juiste molecuul. Later breide hij deze definitie uit tot: het behouden van een goede gezondheid en behandelen van ziekte door te zorgen voor een optimale concentratie van de stoffen die normalerwijze in het lichaam voorkomen. Hij benadrukte het begrip orthomoleculair in verband met “de juiste moleculen in de juiste concentraties.
Pauling was ervan overtuigd dat suppletie van vitaminen in een optimale dosering, gecombineerd met een gezond dieet het belangrijkste zijn voor een gezond en lang leven. Zelf was hij een lichtend voorbeeld van de juistheid van zijn ideeën, hij leefde gezond, gebruikte vele grammen vitamine C per dag en was geestelijk actief tot op zeer hoge leeftijd. In 1977 op 76 jarige leeftijd richtte hij nog het “Linus Pauling Institute for Science en Medicine” in Palo Alto (Californië) op.
Hij heeft zich zijn verdere leven geweid aan het uitdragen/ontwikkelen van de orthomoleculaire geneeskunde.
Dr Frederick Robert Klenner (1907-1984).: de man die voor het eerst patiënten behandelde met hele hoge doses (mega doses)
Dr Klenner inspireerde Linus Pauling en Irwin Stone tot verder onderzoek naar de heilzame effecten van vit.C. In zijn voorwoord voor Clinical Guide, schreef Linus Pauling: “de vroege manuscripten geschreven door dr. Fred R. Klenner geven veel informatie over het gebruik van hoge doses Vit.C ter behandeling en preventie van veel ziekten. Deze manuscripten zijn nog altijd belangrijk.”
Dr. Fred. R Klenner was de eerste Amerikaanse arts die met hoge doseringen (mega doses) vit.C werkte. Hij studeerde in 1936 af aan de Duke Universiteit en specialiseerde zich in ziekten van de thorax gedurende 3 jaar, waarna hij doorging met de algemene praktijk.
Hij nam zelf als eerste mega doses vit.C en gaf dit ook aan zijn patiënten waarmee hij uitstekende resultaten behaalde.
Abraham Hoffer schrijft: “in de vroege jaren 50 van de vorige eeuw begon Klenner met zijn werk met mega doses vit.C, hij gebruikte tot 100 gram per dag oraal of intraveneus. Bij patiënten zag hij de geweldige resultaten, wanneer toegediend in mega doses.
Polio patiënten bijvoorbeeld die vit.C kregen hadden geen restverschijnselen van hun polio. Een gecontroleerde studie bij 70 kinderen in Engeland, waarvan de helft vit.C kreeg en de andere helft niet, liet zien, dat geen van de met vit.C behandelde kinderen verlammingen ontwikkelden en bij de groep zonder vit.C 20%.
Deze studie werd niet gepubliceerd, omdat het Salk vaccin net was ontwikkeld en daarom was niemand geïnteresseerd in vitaminen. Dr. Klenner’s werk werd genegeerd!
Dr. Klenner was de eerste arts die benadrukte dat kleine hoeveelheden vit.C niet werken.
Hij stelde: “wanneer je resultaten wilt, gebruik dan hoge doses”. Hij zag prachtige genezingen bij virale en bacteriële infecties en schreef hierover 20 publicaties. Helaas, hij werd niet gehoord!
Ook schreef hij een groot artikel van 28 pagina’s over M.S, dat nooit gepubliceerd werd. Het werd postuum samengevat door Lendon Smith in the Clinical Guide to the Use of Vitamine C.
Artikelen van dr. Fred Klenner zelf:
Klenner, F. (1971) Significance Of High Daily Intake Of Ascorbic Acid In Preventive Medicine, Journal of the International Academy of Preventive Medicine, Spring 1974, Volume 1, Number 1, pp. 45-69 [1]
Klenner, Frederick Robert, MD F.C.C.P. Observations On the Dose and Administration of Ascorbic Acid When Employed Beyond the Range Of A Vitamin, Human Pathology Journal of Applied Nutrition Vol. 23, No's 3 & 4, Winter 1971. [2]
Fred R. Klenner, M.D. 1948 Virus Pneumonia and Its Treatment With Vitamin C [3]
Klenner, Frederick Robert, MD. The Treatment of Poliomyelitis and Other Virus Diseases with Vitamin C, 1949 paper [4]Fred R. Klenner, M.D. 1953 The Use of Vitamin C as an Antibiotic [5]
Dr. Claus W. Jungeblut.
Claus W. Jungeblut ontving zijn M.D. bij de Universiteit van Bern in 1921. Tussen 1921 en 1923 deed hij research op het Robert Koch Instituut in Berlijn. Van 1937 tot aan zijn pensionering in 1962 was hij gewoon hoogleraar aan de Columbia University. Hij was dus een gerenomeerd wetenschapper in zijn tijd.
Dr. Jungeblut deed de belangrijke ontdekking dat vit.C polio kan genezen en voorkomen.
Hij publiceerde dit idee voor het eerst in 1935 nadat hij de werking van vitamine C grondig had onderzocht. Hij toonde ook aan dat vit. C het difterie toxine neutraliseerde. In 1937 toonde Jungeblut aan dat vit.C het tetanus toxine onwerkzaam maakt.
John T.A.Ely, PhD schreef in die tijd: “In de jaren 30 deed de opmerkelijke Claus W. Jungeblut verslag van het feit dat vit.C in een concentratie die te verkrijgen is door een inname van hoge doses vit.C, bescherming biedt tegen vele virale infecties, pathogene bacterieëen en toxinen. Hiertoe behoren ook de polio, hepatitis en herpes virussen.
Jungeblut wordt zelden genoemd door de main stream medische geneeskunde. En wanneer zijn werk genoemd wordt, wordt er nooit gesproken over zijn onderzoeken over Vit.C.
Studies van dr. Claus W. Jungeblut over vit.C:
Jungeblut CW. Inactivation of poliomyelitis virus in vitro by crystalline vitamin C (ascorbic acid). J Exper Med, 1935. October; 62:517-521
Jungeblut CW. Vitamin C therapy and prophylaxis in experimental poliomyelitis. J Exp Med, 1937. 65: 127-146.
Jungeblut CW. Further observations on vitamin C therapy in experimental poliomyelitis. J Exper Med, 1937. 66: 459-477.
Jungeblut CW, Feiner RR. Vitamin C content of monkey tissues in experimental poliomyelitis. J Exper Med, 1937. 66: 479-491.
Jungeblut CW. A further contribution to vitamin C therapy in experimental poliomyelitis. J Exper Med, 1939. 70:315-332.
Voorbeelden van therapie mogelijkheden met mega dosis vit.C:
Verkoudheid en griep: de strategie is om bloed en weefsel concentratie van ascorbaat te verhogen, door het geven van regelmatige doses, zodanig dat het virus in de weefsels niet kan overleven. Irwin Stone was zijn eigen proefkonijn voor deze methode en hij was ziek nog verkouden gedurende bijna twee decaden, evenals vele van zijn familie leden, collega’s en bekenden die het zelfde regime volgden. Het komt er op neer 3-5 gram ascorbaat per dag te nemen. Mochten er zich toch verschijnselen van verkoudheid voordoen, begin dan direct met 1,5 tot 2 gram in een half glas water, evt. gezoet met vruchtensap, herhaal dit ieder half uur tot de verkoudheid verdwenen is, dit is meestal het geval na de derde dosis.
Hart en vaataandoeningen: Onderzoek van I. Stone toont aan dat toediening van megadosis vit.C te weten 3-5 gram per dag waarschijnlijk voldoende is om hart aanvallen en cerebro- vasculaire incidenten zeer sterk te verminderen.
Literatuur:
The healing factor Vitamine C against disease van Irwin Stone ISBN 0-399-50764-7
Schuitemaker Ortho Instituut.
Orthomolecular.org history
Orthomolecularmedicine hall of fame 2005
Wikipedira dr. A. Szent Györgiy
Wikepedia dr. Irwin Stone
Wikipedia dr. Frederick Robert Klenner
Ascorbate the science of Vitamin C van Steve Hickey Ph D and Hilary Roberts Ph D ISBN:1-4116-0724-4
Clinical Guide to the Use of Vitamin C The Clinical Experiences of Frederick R. Klenner, M.D., abbreviated, summarized and annotated by Lendon H. Smith, M.D.